De gemeente Barendrecht betreurt de uitspraak van de Raad van State over de zaak Windpark Oude Maas. De Raad van State legt in haar uitspraak van 19 juni alle bezwaren tegen het windpark naast zich neer. De bezwaren betroffen woongenot, landschappelijke waarden en draagvlak.
Wethouder Tanja de Jonge van de gemeente Barendrecht: “Het verrast ons dat volgens de Raad van State “bescherming van het milieu” zoals de wet het formuleert vooral op meetbare normen (bijvoorbeeld rekenmodellen over geluid en slagschaduw) geïnterpreteerd moet worden en kwaliteiten die inwoners toekennen aan woon- en leefomgeving geen rol lijken te spelen. Juist voor de gemeente Barendrecht zijn deze kwaliteiten belangrijk.”
Net als de locatie Oude Maas heeft Barendrecht de locaties Vaanplein en BT Oost als zoekgebied in de provinciale verordening staan. Het feit dat de voorgenomen windmolens van Binnenmaas in een zoekgebied uit de provinciale verordening liggen, lijkt voor de Raad van State een extra motivatie om de genoemde bezwaren ongegrond te verklaren. In haar oordeel verwijst de Raad van State ernaar dat er voor deze zoekgebieden al veel onderzoeken plaatsvonden evenals provinciale besluitvorming. Barendrecht onderzoekt nu hoe hier mee om te gaan in haar eigen participatieproces.
De gemeente Barendrecht betreurt de uitspraak en onderzoekt of een procedure bij het Europese hof mogelijk is. Wethouder De Jonge: “Een belangrijke voorwaarde voor een eventuele procedure is afhankelijk van de kans van slagen van zo’n procedure.”
In februari van dit jaar heeft wethouder De Jonge de gemeenteraad gepeild over het voorgestelde participatieproces voor de Barendrechtse provinciale zoekgebieden voor windenergie. Van de uitspraak Binnenmaas leert de gemeente dat het vroegtijdig organiseren van participatie belangrijk is. Een onderdeel van het proces is een stresstest om te kijken of het Barendrechtse toetsingskader voldoende up to date is. Met de uitspraak rond Windpark Oude Maas is dit zeer actueel. Binnenkort zal het college met meer informatie komen over de Barendrechtse aanpak.